Hoe verloopt het praktijkexamen?

Voor je praktijkexamen wordt je thuis opgehaald door je rijinstructeur. Er wordt verwacht dat je op tijd bij het CBR aanwezig bent (ongeveer 15 min. voor de aangegeven examentijd). Wanneer je bij CBR bent, dan ga je met je rijinstructeur naar de wachtzaal. Dan ga zitten tot je examinator je roept. De rijinstructeur mag meerijden en bij het eindgesprek met de examinator aanwezig zijn. Een gewoon praktijkexamen verloopt zo:

*Je maakt eerst kennis met de examinator. Die legt uit hoe je examen verloopt. Hij vraagt je naar het formulier ‘Zelfreflectie’. Dit formulier bespreken jullie met elkaar na afloop van het examen.

*Je examinator controleert je identiteitsbewijs en checkt hij of je bent geslaagd voor je theorie-examen.

*Vervolgens doe je op het parkeerterrein een ogentest. Daarbij moet je het kenteken van een stilstaande auto kunnen lezen op een afstand van ongeveer 25 meter.

*Daarna stelt je examinator enkele vragen, ter voorbereiding op de rit. Bijvoorbeeld over het checken van de motorvloeistof, de lampjes op het dashboard of over het checken van de banden. Hierna begint de rit en duurt 35 – 45 min.

Tijdens de rit let de examinator onder meer op je beheersing van de auto, kijkgedrag, voorrang verlenen en het rekening houden met andere weggebruikers. Daarnaast beoordeelt hij je op meerdere examenonderdelen, zoals het in- en uitvoegen, het gedrag bij kruispunten en de bijzondere verrichtingen.  Als je de bijzondere verrichtingen goed hebt gedaan tijdens de tussentijdse toets, krijg je vrijstelling.

Waar let de examinator op?

  • Je beheersing van de auto
  • Snelheid, Kijkgedrag
  • Of je goed voorrang verleent
  • Inhalen-zijdelingse verplaatsing, In-en uitvoegen
  • Rijden op kruispunten en rotondes
  • Rijden op wegen binnen en buiten de bebouwde kom en autosnelwegen
  • Zelfstandig route rijden
  • Milieubewust rijgedrag
  • Bijzondere verrichtingen (niet bij vrijstelling TTT)